Schrijven over fictieve gebeurtenissen leidt tot imaginatie-inflatie

SamenvattingEerder onderzoek liet zien dat als mensen gevraagd wordt zich een fictieve gebeurtenis uit het verleden voor te stellen, zij de waarschijnlijkheid van deze gebeurtenis ook hoger gaan inschatten (imaginatie-inflatie). De omvang van dit effect is echter niet erg overtuigend als verklaring voor het ontstaan van pseudo-herinneringen in een therapeutische context. Het huidige experiment onderzocht het imaginatie-inflatie effect als personen geïmagineerde fictie moeten uitschrijven. Personen (N = 45) beoordeelden in hoeverre 60 gebeurtenissen in hun vroege jeugd hadden plaatsgevonden. Vervolgens kregen ze in het laboratorium 4 gebeurtenissen voorgelegd waarvan zij eerder hadden aangegeven dat die naar alle waarschijnlijkheid geen deel uitmaakten van hun autobiografie. Personen kregen de opdracht zich zo volledig mogelijk in te leven en de 4 gebeurtenissen geheel naar eigen invulling en zo gedetailleerd mogelijk op te schrijven. Na deze opdracht beoordeelden zij opnieuw de 60 gebeurtenissen op hun waarschijnlijkheid en vulden nog enkele andere vragenlijsten in. Aan gebeurtenissen waarover geschreven werd, werden later hogere waarschijnlijkheden toegekend dan aan controlegebeurtenissen. Dit imaginatie-inflatie effect was robuuster dan het effect dat wij in eerder onderzoek vonden. Al met al luidt de conclusie dat schrijfopdrachten die betrekking hebben op fictieve gebeurtenissen een behoorlijk effect sorteren op subjectieve waarschijnlijkheidsoordelen over die gebeurtenissen.AbstractPrevious research showed that when subjects imagine fictious autobiographical events, their confidence ratings of these events increase (imagination-inflation). The size of this effect is, however, too small to offer a convincing model for the development of pseudomemories in a therapeutical context. The present study examined the imagination-inflation effect when subjects write about imagined fiction. Subjects (N = 45) rated to what extent 60 events happened in their childhood. Subsequently, 4 events with a low subjective probability, were given to subjects in the laboratory. They were instructed to imagine these 4 events as if they were true and to write about these imaginations as detailed as possible. After this instruction, new probability ratings were gathered and subjects completed some questionnaires. The written down events increased significantly more in probability, compared to control events, which indicates a reliable imagination-inflation effect. However, this effect was not related to individual differences in dissociation or fantasy proneness. The main conclusion that can be drawn from this study is that writing about fictitious events enhances subjective probability ratings.

[1]  I. Hyman,et al.  Individual differences and the creation of false childhood memories. , 1998, Memory.

[2]  R. Fredrickson Repressed Memories: A Journey to Recovery from Sexual Abuse , 1992 .

[3]  H L Roediger,et al.  Imagination inflation for action events: Repeated imaginings lead to illusory recollections , 1998, Memory & cognition.

[4]  H. Schmidt,et al.  De Creatieve Ervaringen Vragenlijst als maat voor 'fantasy proneness' , 1998 .

[5]  E. Bernstein,et al.  Development, reliability, and validity of a dissociation scale. , 1986, The Journal of nervous and mental disease.

[6]  E. Loftus,et al.  Memory distortion and false memory creation. , 1996, The Bulletin of the American Academy of Psychiatry and the Law.

[7]  R. Cialdini,et al.  Imagining Can Heighten or Lower the Perceived Likelihood of Contracting a Disease , 1985 .

[8]  A. Tellegen,et al.  Openness to absorbing and self-altering experiences ("absorption"), a trait related to hypnotic susceptibility. , 1974, Journal of abnormal psychology.

[9]  Marcia K. Johnson Reality monitoring: An experimental phenomenological approach. , 1988 .

[10]  A. Stone,et al.  Emotional expression and physical health: revising traumatic memories or fostering self-regulation? , 1996, Journal of personality and social psychology.

[11]  J. Read,et al.  Psychotherapy and memories of childhood sexual abuse: A cognitive perspective , 1994 .

[12]  P. Sheehan,et al.  A shortened form of Betts' questionnaire upon mental imagery. , 1967, Journal of clinical psychology.

[13]  Alan S. Brown,et al.  TURNING LIES INTO TRUTHS : REFERENTIAL VALIDATION OF FALSEHOODS , 1996 .

[14]  Marcia K. Johnson,et al.  False memories and confabulation , 1998, Trends in Cognitive Sciences.

[15]  A. Lange,et al.  Gestructureerd schrijven over schokkende ervaringen: resultaten en werkzame mechanismen , 1997 .

[16]  R. Bull,et al.  Psychotherapy and the recovery of memories of childhood sexual abuse: U.S. and British practitioners' opinions, practices, and experiences. , 1995, Journal of consulting and clinical psychology.

[17]  De resultaten van schrijfopdrachten bij het verwerken van negatieve ervaringen , 1995 .

[18]  N. Spaños Multiple Identities and False Memories: A Sociocognitive Perspective , 1996 .

[19]  Derek J. Koehler,et al.  Explanation, imagination, and confidence in judgment. , 1991, Psychological bulletin.

[20]  N. Kuiper,et al.  Autobiographical memory and recovered memory therapy: Integrating cognitive, clinical, and individual difference perspectives , 1996 .

[21]  I. Hyman,et al.  The Role of Mental Imagery in the Creation of False Childhood Memories , 1996 .

[22]  John S. Carroll,et al.  Causal attributions in expert parole decisions. , 1978 .

[23]  N L Segal,et al.  Personality similarity in twins reared apart and together. , 1988, Journal of personality and social psychology.

[24]  J. Carroll The Effect of Imagining an Event on Expectations for the Event: An Interpretation in Terms of the Availability Heuristic. , 1978 .

[25]  H. Merckelbach,et al.  Hoe sterk is imaginatie-inflatie? , 1998 .

[26]  J. Pennebaker Putting stress into words: health, linguistic, and therapeutic implications. , 1993, Behaviour research and therapy.