Monitoring Pilots Groningen en Brabant : Deelstudie 1 - De stand van zaken in de twee Pilots: voorgeschiedenis, opzet, organisatie en themalijnen
暂无分享,去创建一个
Het Ministerie van OCW heeft een onderzoek aanbesteed naar de rol van de leraar bij schoolontwikkeling en onderwijsinnovatie. Het betreft de uitvoering en monitoring van twee Pilots op scholen in de gemeente Groningen en in de regio Noord-Brabant. Deze Pilots betreffen de ontwikkeling van een goed georganiseerd bovenschools netwerk, als regionaal expertisecentrum van en voor de leraar. Achtergrond hierbij is dat binnen onderwijsinstellingen veel innovaties en veranderingsprocessen van bovenaf worden ingevoerd in scholen (topdown), terwijl de docent juist over de benodigde praktijkkennis beschikt, weet wat er daadwerkelijk mogelijk is en hoe kwaliteitsverbetering en innovatie op een adequate wijze in de school en klas zijn te implementeren (Startnotitie OCW, 2005). Het Ministerie van OCW heeft een Koersdocument ontwikkeld gebaseerd op gesprekken die eind 2003, begin 2004 zijn gevoerd ten behoeve van de totstandkoming van een Koers VO (OCW, 2004). De vraag was hoe het voortgezet onderwijs zich kan blijven vernieuwen aansluitend bij trends, (internationale) ontwikkelingen en veranderingen in de omgeving en bij leerlingen. Hoe denken scholen hun innovatie te organiseren en wat kan worden gedaan om het lerend vermogen van de sector als geheel te versterken? Breed is de opvatting van de gesprekspartners dat innovatie niet vanuit Den Haag opgelegd moet worden, maar in de scholen vanuit eigen initiatief vorm moet krijgen zodat leraren en schoolleiders zich probleemeigenaar kunnen voelen; ofwel dat “de school weer van de schoolbevolking moet worden” (OCW, 2005). Professionalisering van docenten en management werd veelvuldig genoemd als randvoorwaarde om bij de tijd te kunnen blijven. Innovatie kan mede oplossingen of verbeteringen bieden voor reele problemen in de school. Er dient eenvoudig toegankelijke informatie beschikbaar te komen over vernieuwingen in andere scholen of regio’s, zodat de ervaring en kennis van scholen breder kan worden toegepast. Er is meer aandacht nodig voor het in samenwerking met anderen innoveren (OCW, 2005).Een goed voorbeeld van een dergelijke insteek is de online enquete voor leraren en ondersteuners in het primair en voortgezet onderwijs van de SBL. Via de website www.onderwijsaanhetwoord.nl wordt hen de kans geboden om hun mening te geven over de dagelijkse praktijk van het onderwijs en de toekomst van het beroep. Het doel van de Pilots is drieledig, namelijk door middel van bovenschoolse netwerken het eigenaarschap van leraren over hun professionele ontwikkeling te vergroten, leraren te betrekken bij schoolontwikkeling en leraren te betrekken bij onderwijsinnovatie. Het Ministerie van OCW wil door het uitvoeren en monitoren van de twee Pilots in de beide regio’s antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvragen.