Evaluatie van kansrijke interventies om lichaamsbeweging in de bevolking te bevorderen.

De Nederlander moet meer gaan bewegen. Van acht beweeginterventies is het stimulerend effect aangetoond, twaalf zijn goede achtervolgers. Er is een redelijke kans dat het met deze interventies lukt ons te verleiden tot meer lichaamsbeweging. Te dik De Nederlander wordt collectief te dik, waardoor de kans op hart- en vaatziekten, diabetes en depressie toeneemt. We moeten meer gaan bewegen en daarin ligt ook een taak voor de gemeentes. Binnen het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen krijgt een aantal ‘bewegingsarme’ gemeentes subsidie voor ‘beweeginitiatieven’. Inmiddels zijn er talloze interventies bedacht om mensen uit hun luie stoel te halen, van judolessen op school, beweegkriebels voor peuterleidsters, tot wandelen met de bridgeclub voor ouderen. Er is echter weinig zicht op het effect van deze interventies. Voor het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen onderzocht het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) 61 van deze beweeginitiatieven op relevantie, effectiviteit en uitvoerbaarheid. Het rapport biedt gemeentes een overzicht van kansrijke interventies. Het onderzoek is gesubsidieerd door het ministerie van VWS. Kansrijk Acht beweeginitiatieven of interventies scoorden bijzonder goed. Van deze koplopers is het stimulerend effect op bewegen aangetoond. Daarbij zijn ze volgens de in het onderzoek gehanteerde criteria relevant en uitvoerbaar in elke gemeente. Twaalf interventies zijn goede achtervolgers. Ze zijn kansrijk, maar de effectiviteit is nog niet onomstotelijk bewezen. Drieendertig volgen als peloton. Deze interventies zijn relevant, maar effectiviteit en uitvoerbaarheid zijn nog onder de maat. Acht interventies vielen af vanwege een te lage score. Verschillende doelgroepen De beweeginitiatieven of -interventies richten zich op verschillende doelgroepen. Er zijn initiatieven om ouderen meer te laten bewegen, zoals het programma Denken en Doen. Ouderen komen bij elkaar om te bridgen en vanuit die sociale structuur gaan ze ook wandelen en andere lichamelijke activiteiten ondernemen. Een programma als Start to run richt zich op een grote groep van jong tot oud. In zes weken leer je hardlopen, met theorielessen over onderwerpen die varieren van schoenen tot voeding, met als afsluiting een hardloopevenement. Voor de kleintjes zijn er bijvoorbeeld de Beweegkriebels. Want er zijn ook al peuters met overgewicht en ‘bewegingsachterstand’, bijvoorbeeld kinderen die veel tv kijken of niet de mogelijkheid hebben om lekker buiten te spelen. Binnen dit programma worden peuterleidsters geschoold in het ontwikkelen en uitvoeren van een speels beweegaanbod.