Persoonlijkheid van kinderen met disruptief gedrag en de vorming van vroege therapeutische alliantie

Uit meta-analyses is gebleken dat er een positief verband is tussen therapeutische alliantie en behandelresultaat, met name uit studies naar de effecten van behandeling van disruptief gedrag bij kinderen. Een therapeutische alliantie vormt zich mede onder invloed van persoonlijkheidstrekken, terwijl ook is gebleken dat bijvoorbeeld psychopathische trekken behandeluitkomsten negatief beinvloeden. Kinderen met disruptieve gedragsproblemen laten in het algemeen sterkere psychopathische trekken zien dan kinderen zonder deze problemen. Dit onderzoek met 44 kinderen beoogt de vraag te beantwoorden of de therapeutische alliantie een medierende factor is tussen de mate waarin psychopathische trekken aanwezig zijn en de effectiviteit van een evidence-based CGT-behandeling van disruptief gedrag. Middels multipele regressie is onderzocht of deze trekken de afname van disruptief gedrag na behandeling voorspelden en of de therapeutische alliantie deze relatie medieert. Ouders en leerkrachten rapporteerden een significante afname van disruptief gedrag bij de na- en follow-upmeting (gemiddelde effect size (Cohen's d) = 0.31). Er werd geen significante relatie gevonden tussen enerzijds het niveau van psychopathische trekken en anderzijds de kwaliteit van de vroege therapeutische alliantie en afname in disruptief gedrag. Therapeutische alliantie bleek de mate waarin kinderen profiteren van de behandeling marginaal te voorspellen. Concluderend kan worden gesteld dat kinderen met disruptief gedrag kunnen profiteren van CGT, ongeacht de mate waarin ze psychopathische trekken vertonen. Aandacht voor de therapeutische relatie met de behandelaar kan mogelijk helpen het behandelresultaat te optimaliseren.