SOTRAS report 5. PESTRAS v3.1: A one-dimensional model for the assessment of the fate of pesticides in soil

Schattingen van de emissie van bestrijdingsmiddelen van de bodem naar de atmosfeer en van de bodem naar het bovenste grondwater zijn nodig ter ondersteuning van het Nederlandse milieubeleid. Het gedrag van bestrijdingsmiddelen in de bodem is afhankelijk van diverse processen, zoals (bio)degradatie, de uitwisseling tussen de gas-, water- en vaste fasen, het transport van het middel in de bodem en de opname door het gewas. Aangezien deze processen afhankelijk zijn van o.a. meteorologische condities, is het gebruik van dynamische simulatiemodellen noodzakelijk. Om deze reden is het model PESTRAS ontwikkeld. Dit model is opgebouwd uit bestaande modellen: het hydrologisch-model SWIF, het warmtetransportmodel HEATRAS, een deel van het bestrijdingsmiddelenmodel PESTLA en het gastransportmodel GAS. Dit rapport beschrijft de koppeling van het model GAS met de versie van PESTRAS die in RIVM-rapport 715501003 is beschreven. Het rapport geeft een samenvatting van de theorie, het numerieke schema, en de modelverificatie. De gevoeligheid van het model voor de belangrijkste invoerparameters wordt toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden. Het rapport gaat vooral in op het gedrag van 1,3-dichloorpropeen (een grondontsmettingsmiddel). In een aanhangsel is een volledige gebruiksaanwijzing opgenomen. Op dit moment wordt het model op geregelde basis gebruikt ten behoeve van de evaluatie van de toestand van het milieu in het kader van de jaarlijkse MilieuBalans. Daarnaast speelt het model een belangrijke rol in de toelating van bestrijdingsmiddelen. Door de inbouw van het gastransportmodel kan PESTRAS nu toegepast worden voor vluchtige bestrijdingsmiddelen (Henry-coefficient > 10 exp. -5 m3 m-3).