Passing on; The Social Organization of Dying

Om een boek een 'meesterwerk' te kunnen noemen moet het aan bijzondere voorwaarden voldoen. Het moet een unieke bijdrage leveren aan je visie op een belangrijk thema, en dat op een manier die je boeit en die een suggestie van volmaaktheid heeft. Vorm en inhoud moeten in balans zijn. Het moet je een schok van herkenning geven, een nieuw licht werpen op je in-de-wereld-zijn en je perspectief verruimen. Er zijn maar weinig sociologische boeken die dit predikaat verdienen, dus een 'ongekend' exemplaar vinden valt al helemaal niet mee. Mijn keuze is gevallen op David Sudnow's Passing on: the social organization of dying. Het is een klein boekje, zo'n 180 pagina's, een etnografie over het sterven in ziekenhuizen, een bewerkte dissertatie, geschreven toen de auteur nog geen 30 jaar oud was. Ook zijn latere leven en werk is opmerkelijk. Op zijn }Oste begon hij piano te spelen, jazz-improvisaties. Later schreefhij o.a. een boek over zijn leerproces: Ways ofthe hand: the organization ofimprovised conduct. Inmiddels had hij het universitaire leven de rug toegekeerd; het was (en is) geen makkelijk heerschap. Op basis van zijn eigen spel had hij een methode ontwikkeld om snel songs te leren spelen: the Sudnow Met/wd. Met cursussen, workshops, lezingen en video's daarover schijnt hij behoorlijk geld verdiend te hebben (zie: www.sudnow.com). Maar goed, hier gaat het om zijn 'jeugdwerk', Passing on. Wat dat tot een meesterwerk maakt is onder andere dat het, hoewel compact en afgerond van vorm, een onuitputtelijke bron is voor reflectie op cruciale aspecten van de sociologie, het sociale leven en het menselijk bestaan.